Mooie foto’s zien, daar ga ik graag een dagdeel of zelfs een hele dag voor op stap. Zo kwam ik afgelopen zondag voor het eerst van mijn leven in Oss. Een echte SP-stad, dat is mijn eerste associatie. Maar de aanleiding voor het bezoek was cultureel van aard. Een mooie fototentoonstelling van Marie Cécile Thijs, Tussen Hemel en Aarde genaamd. Haar werk ken ik natuurlijk wel. Ik heb een boek met werk van haar dat ik voor het bezoek nog even doorbladerde.

Maar foto’s in een boek kunnen natuurlijk niet tippen aan levensgrote foto’s die mooi geprint zijn. Ze schept haar geheel eigen wereld in haar beelden. Een sprookjesachtig universum met zwevende vazen, levensechte eenhoorns, engelachtige wezens en magische taferelen.

Eenmaal in museum Jan Cunen regent het kikkererwten. Koninklijke katten met kroontjes kijken ons onverstoorbaar aan. Kinderen steken ongegeneerd hun tong uit of zijn bevroren in een heimelijke schreeuw. Tijd bestaat niet, in een daverende stilte komt alles tot leven. Objecten krijgen persoonlijkheid. Portretten worden stillevens en stillevens worden portretten.

17e eeuwse schilderkunst

Het lijkt alsof je naar 17e eeuwse schilderkunst staat te kijken. Thijs is een tovenaar met licht, evenals de kunstenaars uit de Gouden Eeuw, maar haar gereedschap is de fotocamera. Op haar indrukwekkende stillevens gaan de ingrediënten een rol spelen, alsof ze een personage worden.

Voor Thijs zijn haar beelden een samenvoeging van heden en verleden. Een paar geleden lichtte ze het als volgt toe in HP DE TIJD: Zoals mijn foto ‘Cat with White Collar’ uit de serie White Collar. In de portretten uit die serie is een authentieke plooikraag uit de collectie van het Rijksmuseum verwerkt. Deze kat met de kraag lijkt zo uit de Gouden Eeuw te zijn gestapt. Het is een nieuw personage, waarbij het heel vanzelfsprekend lijkt dat de kat een kraag draagt. Dat vind ik leuk. Dat het ongewoon is, en tegelijkertijd vanzelfsprekend. Mijn werk heeft een surrealistisch element.

U kunt nog naar de expositie tot en met 20 januari 2019.